De Gewonde Heler

De Gewonde Heler

‘De gewonde heler is de mens die de weg naar binnen steeds weer betreedt om tot zijn oorsprong te komen; die de liefde en heelheid die hij hier vindt herkent als zijn ware identiteit en deze uitdraagt in de buitenwereld.’

Er was een tijd waarin ik dacht dat ik er nog niet helemaal was. Niet goed genoeg. Niet verlicht genoeg. Niet licht genoeg. Nog niet waar ik moest zijn. Er was een tijd waarin ik dacht dat je een ander pas werkelijk kon helen of iets kon aanleren als je zelf al je pijn en problemen opgeruimd en op orde had. Er was een tijd waarin ik dacht dat ik mijn innerlijk lijden moest verbergen om sterk en bewust te lijken. Mezelf er doorheen worstelend om er zo snel mogelijk goed uit te komen. Kleren gladstrijken, kin omhoog en verder.

Nu realiseer ik mij ten diepste dat helen begint met acceptatie. Acceptatie dat de verdichting van het leven in menselijke vorm met lijden gepaard gaat. En dat de pijn die we doormaken in onze menselijke ervaring mede is wat ons menselijk maakt. Pijn geeft ons de mogelijkheid om in een diepere verbinding met onszelf te komen. Onszelf te leren kennen en doorgronden en van binnenuit te helen. Het geeft ons de kans om dat wat we willen en niet willen in het leven te verhelderen en onze grenzen en mogelijkheden, passie en uitdagingen gemakkelijker te voelen. Daardoor kunnen we ons minder laten leiden door angst en meer door liefde. Minder door projectie en meer door authentiek voelen wat van jezelf is en wat van de ander.  

‘Als onze wonden geen bron van schaamte meer zijn, maar een bron van heling zijn geworden, dan zijn we gewonde helers.’Henri J. M. Nouwen


De lijder
Het is een valkuil onszelf te identificeren met ons lijden: ‘Ik ben verward, boos, bang, in paniek, verdrietig, gekwetst.’ Lijden kan zo onze gevangenis worden van waaruit geen ontsnapping mogelijk lijkt. Zeker wanneer ons lijden ons op een bepaalde manier dient, kan het lang duren voordat we ons hier echt van kunnen bevrijden. De aandacht die het geeft, de vrijwaring van verantwoordelijkheden, de rol die ons is toebedeeld, kunnen allemaal bijdragen aan een gewenning aan het lijden. Daarbovenop kunnen we ook een diepe imprint van het lijden van onze voorouders in ons dragen. Schuld en schaamte, woede en afgunst kunnen van generatie op generatie zijn doorgegeven. Ook zijn we verbonden met het collectieve veld van lijden hier op aarde. Een veld waar angst, armoede, verlies, wanhoop en onrecht collectief gevoeld kunnen worden. Zo worden we geboren in een menselijk veld van lijden en is het onvermijdelijk dat we er doorheen leven. Maar hoe we er doorheen leven is wat het verschil maakt. 

Carl Jung bracht het archetype de Gewonde Heler in beeld. De gewonde heler is de mens die vanwege haar eigen moeilijke processen in haar jeugd, in haar studie en werk op zoek ging naar zelfzorg, zelfheling en zelfgenezing. Veelal is er een verlangen om de wereld te verbeteren. Door de ander te begrijpen en te helen, helen en begrijpen ze zichzelf. En vice versa.

De bevrijding
De gewonde heler in ons doen ontwaken is een moedig, bevrijdend en lonend proces. Het vraagt van ons als volwassene om volle verantwoordelijkheid te nemen voor wat we ervaren en hoe we het ervaren. Het vraagt van ons om uit de slachtofferrol te stappen, zelfs als we als kind slachtoffer van omstandigheden zijn geweest die ons ten diepste hebben geschaad. Het is van wezenlijk belang dat we het beschadigde kind-deel in ons helen, verzorgen, koesteren en zorg dragen voor de gevoeligheid van dat deel in ons. Maar het is van levensbelang dat we dit kind-deel niet blijven leven.

Het is gemakkelijk de ander of omstandigheden de schuld te blijven geven. Onszelf wijs te maken dat iets buiten onszelf ons tot slachtoffer heeft gemaakt en pijn heeft gedaan. Het verandert onze positie alleen nooit. En we zullen deze pijn op alles en iedereen blijven projecteren. Tot we hiermee stoppen en ons realiseren dat we dezelfde dramatische dans blijven dansen, iedere keer opnieuw. We kiezen onze partners uit. We kiezen de dansvloer uit, we kiezen de muziek uit en herhalen wat het ook is dat we dachten te moeten ervaren. Het is vaak pijnlijk en bevrijdend tegelijk om ons te realiseren dat onze pijn nooit de schuld was van de ander, maar dat de ander ons spiegelt in een oude pijn waar we zelf nooit naar hebben gekeken en welke we nooit hebben herleid naar haar oorsprong. En dat de heling van deze oude pijn nooit gevonden kan worden in de excuses of boetedoening of liefde van de ander. Er is uiteindelijk maar één persoon die onze pijn weg kan nemen en dat zijn wijzelf, met onze eigen onvoorwaardelijke zelfliefde en de zorg en koestering die we ons eigen gewonde deel kunnen geven. Dan worden we onafhankelijk, krachtig en transparant. Wanneer we de volledige verantwoordelijkheid nemen dan stoppen we met slachtoffer zijn. En dat geeft ons ook de kracht om te kiezen voor andere ervaringen. Of om onze ervaringen anders waar te nemen. Dan kunnen we ervoor kiezen of het goed voelt de ander of de ervaring toe te laten of juist niet meer.

Aanwezig zijn

Het vraagt ook om onze aanwezigheid in de pijn die we ervaren. Bewust waar te nemen waar we doorheen gaan. Ervoor te waken dat we onszelf niet verliezen in overlevingsmechanismen zoals vluchten, vechten of bevriezen. Ik heb onnoemelijk vaak de pijn gevoeld en de angst ervoor die zo ondraaglijk werd dat ik maar één gedachte had en die was: ‘Weg!’ Ik heb mijn lichaam talloze keren willen ontvluchten om maar niet te hoeven voelen. En dat deed ik dan ook: mijzelf verlaten. Ik voelde me overweldigd als een klein meisje; verward, leeg en wanhopig. Ik gaf mezelf op. Ik gaf het leven op. Dat waren de meest pijnlijke en angstige momenten van mijn leven. De momenten waarin ik mezelf in de steek liet. 



Aanwezig blijven heeft voor mij dan ook een diepere betekenis gekregen. Met heel mijn wezen in het moment blijven. In overgave en stilte aanwezig blijven alsof een bepaald deel in mij het andere deel dat de pijn zo diep voelt, draagt en koestert. Ik word een liefdevolle waarnemer. Met veel compassie voor het proces, wetende dat alles tijdelijk is en dat alles bestaansrecht heeft. Wanneer we aanwezig kunnen blijven, zelfs in de diepste pijn van rouw of afgescheidenheid, dan is er geen angst om te verdrinken of onszelf te verliezen en kunnen we toestaan dat de emoties er gewoon zijn. Dat we diep mogen voelen, vertrouwend en wetend dat er iets groters is dat ons vasthoudt. Dan kunnen we direct en volledig ervaren. In het hier en nu bij de fysieke sensatie blijven die we ervaren zonder er direct betekenis aan te geven. Observeren waar en hoe het gevoel in ons lijf aanwezig is, hoe het op onze borst drukt, ons de adem beneemt, onze keel dichtknijpt, de steen op onze maag legt, de pijn in onze buik laat voelen en daar simpelweg ruimte aan geven. Erbij aanwezig blijven en observeren. Weten dat dit niet jouw essentie is, maar een (wellicht oude, zich herhalende) ervaring waarmee je je hebt geïdentificeerd. Dat geeft rust in je systeem. Je ervaart dit, je bent het niet.

Heel
De gewonde heler is zich gewaar dat we, voorbij de menselijke golven van lijden en lagen van pijn die in ons leven voorkomen, heel en ongeschonden zijn. Onze essentie is goddelijk en heeft nooit een scheurtje opgelopen. In dat opzicht zijn we dus heel en gewond, volmaakt en geraakt, volkomen en beperkt. Alles tegelijk. Allerlei spirituele tradities leren ons dat je hard moet werken, studeren, transformeren en mediteren om verlichting te bereiken. Dat terwijl we in onze zuivere kern al verlicht zijn. We kunnen ons hier wat mij betreft dus gewoon herinneren hoe heel, geliefd en volmaakt we eigenlijk zijn en dat is vaak een hele opluchting. Als we in dat heilige midden verkeren, wat ik Thuis noem, met een hoofdletter T, dan is het gewaar-zijn van eenheid in onszelf en met de wereld om ons heen, fijn en logisch. Zodra we daar echter uit zijn, verdwaald in het doolhof van ons ego en van zelfdestructieve, kritische denkpatronen, gebaseerd op angst en afgescheidenheid, dan lijkt de weg naar het midden weer helemaal zoek. Zoeken buiten onszelf helpt dan niet. Onszelf van binnen hervinden wel. De zelfrealisatie verheft zich dan als het ware boven tijd en ruimte en vergroot ons bewustzijn. Ineens heb je het, en ineens bén je het. En snap je dat het nooit weg was, alleen verborgen. De grote her-inner-ing van wie je werkelijk bent. Het opnieuw naar binnen brengen van je zielsbewustzijn.

Voelen

De gewonde heler is verbonden met dit zielsbewustzijn. Of op zijn minst verbonden met de herinnering aan dat bewustzijn. Zo is de gewonde heler zacht voor haar eigen voelen en helingsprocessen. Wetende dat wat geraakt wordt zich mag ontvouwen en tonen, tot de bodem gevoeld en aan het licht gebracht. Tranen mogen stromen, woede en wanhoop mogen uitgeschreeuwd worden. Verwarring, jaloezie, afgunst, bezorgdheid, schaamte, schuld: het mag er zijn als constatering. Zonder oordeel, zonder identificatie. Omhuld met liefde en vertrouwen, waardoor de natuurlijke staat van heel zijn weer voelbaar en zichtbaar kan worden. Deze processen zijn zachter, liefdevoller en sneller volbracht dan het angstige wegvluchten van, of verdrinken in verdriet, opgaan in zelfafwijzing of jezelf verliezen in blinde woede.

Liefdesbelang
Wanneer we getuige zijn van het lijden van een ander is het van liefdesbelang om verbonden te blijven met ons zielsbewustzijn. Met dit vertrouwen. Zonder de noodzaak van het proces van doorleven en doorvoelen van de pijn over te slaan. Het is een valkuil van ‘spiritueel ontwikkelde zielen’ om het eigen proces verstandelijk te analyseren en daarmee een heel deel over te slaan naar waar het niet meer pijn doet. Om al te snel de pijn weg te duwen en te zeggen: ‘Het komt wel weer goed’. Dat is een spirituele bypass: het voorbijgaan aan doorvoelen, doorleven en echt erkennen van waar we geraakt zijn. De pijn werkelijk voelen en ruimte geven. Erkennen dat je je gekwetst, gebroken en gewond voelt op fysiek en emotioneel niveau, soms zo erg dat een gebroken hart werkelijk fysiek pijn kan doen. Dat is net zo belangrijk als je gewaar blijven van de ongeschondenheid op spiritueel gebied. In het muziekstuk van ons leven is er altijd een diepe ondertoon aanwezig. Een aardetoon of zieletoon. Constant. Een toon die ons een bodem geeft. Het is de kunst deze toon niet te vergeten als we opgaan in de melodie. Meditatie, lichaamswerk en ademhalingsoefeningen zijn tools om je te helpen om het lijntje met je midden te voeden en je gewaar-zijn van jouw zieletoon te vergroten. 

Het verhaal stoppen

Eén van de belangrijkste dingen om bij deze toon te kunnen blijven, is ons ervan bewust te worden wanneer we verhalen van onze pijn maken, verhalen in ons hoofd die we blijven herhalen en waarover we blijven malen. Verhalen versterken het drama en de rollen van daders en slachtoffers, van schuld en schaamte. Het zet ons proces van heling als het ware vast. Het verstart ons. Echter, vertellen aan anderen over wat ons heeft geraakt en waar het pijn doet is iets anders. Je verhaal doen is belangrijk zolang het dient om helderheid te krijgen of om je hart te luchten. Om je lijden hoorbaar en zichtbaar te maken. Maar word je ervan bewust wanneer de verhalen je weghouden bij het voelen. Hou op om jezelf dingen te vertellen die de pijn bevestigen, die jou als slachtoffer bevestigen en je gevoelens van (zelf)afwijzing, schuld, schaamte, verlating, afgescheidenheid, falen en waardeloosheid voeden.
Je programmeert jezelf onbewust of bewust om je ongelukkig te voelen. Vaak bevestigen de verhalen de redenen om ons slecht te voelen. En het slecht voelen voedt de verhalen die we onszelf en anderen vertellen. 

Voel wanneer je die weg gekozen hebt en je eigen licht, heelheid, volmaaktheid buitensluit. 
Stop jezelf dan in je verhaal en haal adem. Kan het zijn dat je het blijft vertellen, omdat het te spannend is om stil te zijn? Kan het zijn dat je het spannend vindt om stil te staan bij wat zich aandient? Lijkt de golf verdriet of boosheid te overweldigend? Ben je angstig voor de diepte van de golf die je niet kunt inschatten of overzien? Stop jezelf als je merkt dat je je verhalen blijft herhalen. Geef jezelf de ruimte om terug te komen in je lijf en te voelen wat er is. Al is het maar even. Sta jezelf toe om er wellicht maar een minuut bij te blijven. Kom steeds weer terug bij je lijf dat je zulke mooie ingangen geeft om te voelen waar het pijn doet en hoe diep je bent geraakt. Nodig jezelf uit te voelen wat er nu is. Nu. Via de spanning in je borst. De spanning in je buik. De pijn in je hart. De druk op je keel. Zeg er ‘hallo’ tegen en erken dat het er is. Dan ontstaan er hele mooie innerlijke gesprekken. Liefdevol en onvoorwaardelijk. Aanwezig. ‘Hallo pijn. Hallo hart. Hallo keel. Hallo buik. Ik voel je. En ik blijf bij je. Je hoeft niet weg. Je mag je laten zien en voelen. Ik ben er nu helemaal bij.’

Toestaan
Ik weet inmiddels dat het lijden dat gepaard gaat met weg blijven van de pijn met behulp van allerlei copingmechanismen, inclusief de welbekende spirituele bypass, vele malen groter is dan dat wat er gebeurt wanneer we onze gevoelens ‘gewoon’ toestaan en doorvoelen. Tot de bodem gaan zal ons helpen voelen dat er een bodem is. En we zullen ervaren dat watertrappelen vele malen vermoeiender is. Als we onze menselijke emoties en gevoelens helemaal toestaan, ze verwelkomen en ontmoeten, ebben ze weg en lossen ze op, waarna onze ervaring, onze kwaliteit van mens zijn zich verdiept. We slaan oude pijn dan niet meer op, maar staan deze toe te helen en op te lossen in de heelheid die we zijn. In het diepe directe ervaren van ons verdriet zullen we erachter komen: ‘Ik ben er nog, heel-e-maal.’ Met een ademhaling die ons meer vervult en een blik in onze ogen die is verdiept en wijzer is geworden. Hoe meer we onszelf toestaan te voelen, hoe dieper we ook onze vreugde en onze liefde en gelukzaligheid kunnen ervaren. Volledig mens zijn. Vervuld en leeg tegelijk.

We helen voor onze voorouders 
Wanneer zijn we geheeld? Misschien zijn we een leven lang heel en helende. Omdat de dichtheid van het leven hier op aarde de illusie van afgescheidenheid in zich draagt. Laagje voor laagje worden we geraakt in ons menszijn en bewegen we ons voortdurend van onszelf vandaan en weer dichter naar onszelf toe. Als een spiraal. We helen het verleden, de familielijnen, door wat van generatie op generatie vastgehouden en doorgegeven is, in ons en in dit huidige moment stil te zetten, te aanschouwen, te doorvoelen en aan het licht te brengen. ‘Hier in mij mag het gezien, gevoeld en geheeld worden.’ Teruggebracht naar de oorspronkelijke liefde. Met begrip, vergeving en zegening, kunnen we zaadjes van lijden die zijn doorgegeven, teruggeven aan de oorsprong. Er zal een zucht van verlichting in onze voorouderlijn klinken. Het hoeft niet meer gevoed, gevoeld en doorgegeven te worden.

We helen voor onze kinderen
We doen iets voor onze kinderen, want dat wat niet van hen is hoeven zij niet te dragen. We nemen verantwoordelijkheid voor onze eigen geraakte stukken en processen. Het is van liefdesbelang hen te laten zien dat we onze pijn niet zijn en dat we er zorg en verantwoordelijkheid voor dragen. Dat we onze tranen mogen laten zien en dat we onze vervorming van niet gevoelde pijn niet op hen, of op anderen, projecteren. Het is meer dan oké om ‘sorry’ te zeggen tegen je kinderen als je hen ten onrechte met iets hebt belast en om ze hen te laten weten dat het niet aan hen ligt. De schuld en schaamte niet meer overdragend. In alle aspecten verschuift dan het collectieve systeem waarbij onze voorouders zich achter ons scharen en wij in ons eigen heilige midden plaats mogen nemen. Wat een verademing voor onze hemelse kinderen, goddelijke wezentjes in menselijke vorm om te voelen dat we in liefde en vertrouwen achter ze staan, en hen toestemming geven om te leven in zelfliefde en vrijheid.

We helen voor het geheel 

Wat we innerlijk doorleven en helen doen we niet alleen voor onszelf. Onze heling draagt bij aan de heling van het collectief. Want hoe meer mensen tot dit soort diepe inzichten zijn gekomen, hoe meer mensen vanuit de rust in hun hart gaan leven, des te meer we samen een veld neerzetten waarin wij resoneren met elkaar. Er komt nieuwe informatie vrij in hoe we leven en communiceren. Hoe we ons verhouden tot de buitenwereld. Doordat we oude collectieve pijn verwerken en helen wordt er steeds meer geleefd vanuit vergeving, vertrouwen, acceptatie, onvoorwaardelijke liefde, begrip, compassie, waardering en respect. En vanuit deze hartcoherentie heeft dat invloed op de sfeer in ons gezin, onze familie, onze werkplek, gemeenschap en uiteindelijk in de wereld.

 

De Gewonde Heler weet dat hij liefde is
In ieder mens is een plek waar we onze ware essentie kunnen ontmoeten. Dat deel dat heel en ongeschonden is. Het Thuis in ons dat wellicht nog onbekend is, maar wanneer het ervaren wordt altijd veilig en onvoorwaardelijk liefdevol aanwezig is. De plek waar de innerlijke criticus en het innerlijke slachtoffer even stil mogen zijn en ons innerlijke kind dat zich angstig en onveilig voelt tot rust mag komen. Deze plek mag uitgroeien tot onze innerlijke tempel. Het Koninkrijk. De plek waar het enige antwoord liefde is. Voor iedereen loopt dit pad terug naar binnen anders. Gemakkelijk of moeizamer. Maar het begint altijd met kleine stapjes. Door te stoppen met zelfafwijzing, in de woorden die we tegen onszelf zeggen, de begrenzing die we naar de buitenwereld kenbaar maken, zodat we in verbinding kunnen blijven met onszelf, bij alle keuzes die we maken. Dan leven we in liefde, voor onszelf en de wereld om ons heen.

Wanneer onze zelfliefde groeit en stevig verankerd wordt in onszelf, dan reiken we vanzelf niet meer uit naar buiten voor liefde en hulp, bevestiging en heling. Want binnen in onszelf is de eigen bron van liefde en erkenning. We weten dat we innerlijk niets tekortkomen. Nu mogen we de vervulling weer helemaal toelaten van de liefde die we in wezen zijn. 
En dat is de grote Gewaarwording. Met een hoofdletter G.

Gepubliceerd in Tijdboek LuMens www.tijdboeklumens.nl